Angst

  • Veel kinderen en volwassenen met WS worstelen met angst. Ze kunnen overbezorgd zijn en gemakkelijk van streek raken door kritiek en frustratie.
  • Hun angst kan worden opgevat als zorgen en anticipatie over bepaalde gebeurtenissen of onbekende situaties, of deze nu moeten gebeuren of worden ingebeeld of waargenomen (bijvoorbeeld een klassentoets, een medeklasgenoot of zichzelf berispt voor slecht gedrag, schoolbellen, handendrogers) .
  • Deze overbezorgdheid kan ook betekenen dat ze vaak aandacht vragen en geruststelling zoeken bij leraren en andere volwassenen (veelgestelde vragen stellen, gesprekken beginnen om zichzelf af te leiden of complimenten geven). Ze kunnen vaker naar het toilet gaan of gaan schommelen om zichzelf te kalmeren.

Veelvoorkomende symptomen van angst

  • Klachten van maagpijn of ongemak
  • Paniekaanvallen ’s nachts
  • Frequente verzoeken om het toilet
  • Herhaalde vragen stellen of steeds weer over een situatie praten
  • Schommelen, neuriën, wrijven van de dijen, huidplukken of handenwringen
  • Vertraagde verwerking
  • In vecht-, vlucht- of bevriesmodus gaan
  • Individuele reacties op angst kunnen variëren. Noteer de manier waarop het individuele kind angst uitdrukt en meld dit in het sjabloon Kindprofiel aan het einde van de richtlijnen. Dit moet worden gedeeld met iedereen die met het kind werkt. U kunt het Dagelijks leerdagboek ook gebruiken om dagelijkse veranderingen in emoties en momenten van angst gedurende de week te noteren en hoe deze werden overwonnen.

Tips voor angst

  1. Verwar hun constante opgewektheid niet met het ontbreken van enige angst. De angst van het kind kan soms onopgemerkt blijven vanwege hun vriendelijke karakter.
  2. Zorg ervoor dat het kind weet wat het kan verwachten. Omdat angst vaak anticiperend is, kan het zijn dat ze weten wat ze kunnen verwachten hun angst kunnen verminderen. Het is daarom nuttig om de verwachtingen duidelijk aan het kind te communiceren (bijvoorbeeld hoe laat begint en eindigt de les; u kunt hiervoor visuele roosters gebruiken).
  3. Bied begrip en geruststelling.
  4. Vermijd het verheffen van je stem of boos worden op het kind of de rest van de klas, dit zal hun angst waarschijnlijk vergroten.
  5. Bied het kind de mogelijkheid om gedurende de dag regelmatig te bewegen en zintuiglijke pauzes te nemen. Dit zal helpen om rusteloosheid en angst te verminderen.
  6. Ga met het kind in gesprek over triggers (bijv. waar heeft het het meeste last van? Waar is het bang voor?) en bedenk manieren om de blootstelling aan dergelijke triggers te verminderen. (bijv. als het het geluid is van mensen die langs de gang lopen, pas dan hun zitplaats zo aan dat ze ver van de gang zitten).
  7. Vermijd gedwongen blootstelling aan triggers, aangezien dit niet efficiënt is voor kinderen met WS, b.v. een liedje waardoor ze zich in de kindertijd verdrietig/angstig voelen, kan hen tot in de volwassenheid verdrietig/angstig blijven maken. Probeer ze niet te dwingen ernaar te luisteren totdat ze het verdriet of de angst ‘over’ zijn.
  8. Overweeg om handdrogers uit te schakelen en in plaats daarvan handdoeken/papieren handdoeken te gebruiken.
  9. Gebruik grafieken om kinderen te helpen hun emotionele toestand en bronnen van angst gedurende de dag te identificeren. Deze grafieken zouden idealiter indicatoren van emoties moeten hebben, zoals smileygezichten (verdrietig, neutraal, blij, boos) waarnaar kinderen dan kunnen wijzen om hun huidige gevoelens te uiten (onthoud dat kinderen met WS vaak problemen hebben met het uiten van hun emoties).

De avond voor de terugkeer naar school ging ik zitten met [mijn zoon]. Hij begon 7-10 dagen eerder al angstsymptomen te vertonen (ernstige reflux, vragen, fladderen, etc.). Ik liet hem alles vertellen waar hij zich zorgen over maakte, en we schreven twee kanten van een A4-pagina, en we behandelden het voor zijn nieuwe leerkracht voor bijzondere noden. Die ochtend overhandigde ik het en ze nam de hele dag om al zijn zorgen weg te nemen. [Ze] leidde hem door het nieuwe klaslokaal, waar de alarmen waren enz. Ze overliep met hem de nieuwe routines op een kalme, stille plek en zorgde ervoor dat hij het volledig begreep en er een miljoen vragen over kon stellen. Hij kwam die dag naar buiten als een getransformeerd kind, helemaal kalm en weer oké met school. Die initiële tijdsinvestering was het zo waard.

Ouder van 9-jarige jongen